Tijdens een intervaltraining gaat
het om de afwisseling tussen snelheid/tempo en rustperiode/herstel.
Een intervaltraining kun je het
beste doen op een baan. Maar is er geen baan in de buurt of als je niet zo graag
op een baan loopt dan kun je ook weer nar een bos gaan. Wel moet je dan zorgen
voor een goede ondergrond (geen wortels en gaten). Veel fietspaden kun je ook
gebruiken voor een intervaltraining. Deze zijn vaak goed te belopen, je hebt een
goede ondergrond.
Tijdens een intervaltraining doe ik
zelf veel met minuten. Bijvoorbeeld 20 x 1minuut met 1 minuut rust of 10 x 3
minuten met 2 minuten rust. Ook kun je wisselen van tijd bijvoorbeeld 1.2.3.
minuten met steeds 1 minuut rust. Je ziet dat van alles mogelijk is. Wat wel een
nadeel is dat je niet weet of je nog steeds het goede tempo loopt. Maar als je
dit vaker doet dan leer je dat op den duur wel. Je kunt ook hetzelfde stuk weer
terug lopen of een driehoekje lopen met 2x snel en een stuk rustig
lopen.
Persoonlijk vind ik dit op een
gegeven moment saai worden. Ik vind het niet leuk om tijdens een training
hetzelfde stuk te lopen. Voor mijn idee geniet ik dan minder van de natuur omdat
ik dat net ook al heb gezien.
Als je in het bezit bent van een
hartslagmeter dan kun je ook zelf goed je tempo in de gaten houden. Ook met
een hartslagmeter kun je heel goed een intervaltraining doen. Wel moet je
dan van te voren weten hoeveel keer je wilt versnellen en daar moet je in het
begin al rekening mee houden. Tijdens deze training kun je je hartslag naar een
bepaald punt brengen: bijvoorbeeld 180 slagen per minuut en dan weer rust tot
120 slagen per minuut. Dit herhaal je 10 of 15 keer, wat je zelf wilt en kunt.
Hieronder zie je een hartslag uitdraai van me. Deze training is 15 x 400 meter
met 200 meter rust.
|